In eerste instantie geef ik in een kort overzicht van de maatregelen die de rijksoverheid en de financieringsinstanties in de sector hebben opgezet om de financiële problemen te lenigen vanwege de lockdown. Vervolgens heb ik gesprekken gehad met vertegenwoordigers van verenigingen en met een aantal producenten. Dit om informatie te krijgen hoe werkenden in de sector op dit moment met de situatie omgaan, wat de voornaamste knelpunten zijn en welke plannen er voor de toekomst zijn.
Algemene regelingen
Na druk van de culturele en creatieve sector op de overheid zijn uiteindelijk alle algemene regelingen voor werkenden in die sectoren ook van toepassing. Het gaat om TOZO (Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers), TOZGS (Tegemoetkoming Ondernemers in Getroffen Sectoren) en NOW (Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid). De maatregelen gelden vooralsnog voor drie maanden vanaf 1 maart 2020.
Minister Wouter Koolmees en staatssecretaris Tamara van Ark roepen ondernemers met klem op om vooral van de regelingen gebruik te maken en niet te schromen een aanvraag te doen. Ondernemers hebben er recht op en men hoopt dat op die manier de start van de economie na de lockdown vlug op gang kan komen. De bewindsleden hebben daarom ook voor een simpele aanvraagprocedure gekozen. Al na een week had de NOW maatregel 1,5 miljard euro uitgekeerd, bedoeld voor 1,3 miljoen werkenden.
Professionaliteit
De professionaliteit van diverse verenigingen in de Nederlandse filmwereld blijkt uit de voortvarende manier waarop zij opereren om de overheid van informatie te voorzien over de problemen in de sector vanwege de lockdown door Corona. Daarbij trekken zij niet alleen gezamenlijk op, maar werken ook nauw samen met andere groepen in de culturele en creatieve sector.
Dit zijn met name de Kunstenbond, de Creatieve Coalitie en Kunsten 92. Men schat dat het in de film- en televisie sector gaat om tussen de 10 tot 20 duizend personen zonder dat bij de omroepen werkenden zijn meegenomen. De NBF nam het initiatief in afspraak met andere verenigingen om een website in te richten waar alle beschikbare informatie wordt verstrekt voor de verschillende beroepsgroepen van ondernemer, ZZP’er, flexwerker en werknemer in loondienst. De website wordt regelmatig ge-update met name indien eisen worden versoepeld, nieuwe groepen aanspraak kunnen maken en maatregelen worden toegevoegd.
Het bureau van de NBF is ook per telefoon of e-mail beschikbaar voor vragen zonder dat men lid hoeft te zijn.
De nieuwe producentenorganisatie NAPA, een fusie van APN, DPN, FPN en IPN, die net op 12 maart officieel is opgericht, kon meteen aan de slag en leverde bijvoorbeeld de SBI (Standaard Bedrijfsindeling) codes waaronder de meeste filmproducenten bij de Kamer van Koophandel zijn ingeschreven, zodat deze van de regelingen gebruik kunnen maken. Toch blijken aanvragen van film- en televisieproducenten complexer te zijn dan van ondernemers die meestal over een gelijksoortige omzet per maand kunnen beschikken. Hier wreekt zich het feit dat omzetten in de film- en televisiesector gerelateerd zijn aan de activiteiten die per maand zeer verschillend kunnen zijn. Het inkomen schommelt enorm omdat het bedrijf bijvoorbeeld in een periode vooral bezig is met het opzetten en voorbereiden van producties wat een kleine omzet betekent en waarvoor niemand of slechts een klein aantal mensen zijn ingehuurd, terwijl in andere periodes juist een zeer grote omzet wordt gemaakt doordat er geld wordt verstrekt voor de realisering van een project waarvoor een crew is aangetrokken.
De liquiditeitspositie van producenten is nooit rooskleurig omdat zij altijd per project worden betaald, maar lijkt nu hachelijk te worden omdat zij niet terug kunnen vallen op reserves. Samen met de Nederlandse Content Producers (NCP) is de NAPA bezig om modellen te maken die producenten kunnen gebruiken om hun omzetverlies tijdens de lockdown aan te kunnen tonen. Simpele vergelijkingen met omzetten en/of verdiensten in dezelfde periode van het afgelopen jaar zijn niet relevant. Filmproducenten, indien zij mensen in dienst hebben, zijn vaak ook moeilijk in staat om de 10% bij te passen die gelden om voor de NOW regeling in aanmerking te komen. Zij bouwen meestal nauwelijks financiële buffers op en zijn dus vaak genoodzaakt om mensen toch te moeten ontslaan. Vooral de flexwerkers die voor een klus bij een productie zijn aangenomen.
Omdat dit probleem niet alleen in de filmsector voorkomt wordt op voorstel van de linkse oppositie bekeken of flexwerkers ook van TOZO gebruik kunnen maken. Ook wordt bij het ministerie in dit kader bekeken of het mogelijk is dat ZZP’ers en flexwerkers zonder dat zij een apart werkadres hebben van de regelingen gebruik kunnen maken. NAPA die ongeveer 70 producenten in de film- en televisiewereld vertegenwoordigt, is op dit moment bezig om een enquête samen te stellen voor hun leden om betere informatie en meer overzicht te hebben over de inkomstenderving en de specifieke problemen van hun leden, waar de pijn zit en hoe groot de schade tot nu toe is.
Kunstenbond
De Kunstenbond heeft al een aantal weken geleden een enquête laten uitgaan waarin zij aan hun leden vragen stelde over de inkomstenderving over de eerste drie weken van de lockdown tot 6 april. Hoewel er slechts 37 reacties waren van regisseurs uit de filmwereld liet deze uitkomst zien dat deze ondervraagden gemiddeld 4200 euro aan inkomsten hadden misgelopen en dat de meesten van hen geen idee hadden hoe zij het hoofd boven water konden houden in de toekomst. De meeste regisseurs zijn op dit moment zonder opdrachten en wonen in de Randstad met dure huren en andere kosten. Opvallend was dat de reacties vooral van makers van kleinere film- en televisieprojecten afkomstig waren. De DDG, die de gegevens mocht delen met de Kunstenbond, wijt dat aan het feit dat de makers van grotere producties hun problemen mogelijk via het Filmfonds hebben aangekaart.
Filmfonds
Het Filmfonds heeft vanaf dag één van de lockdown actief meegewerkt om zo veel mogelijk de liquiditeit van producenten bij filmproducties te verruimen die moesten worden stopgezet vanwege de lockdown of waarbij draaiperiodes van goedgekeurde projecten op de lange baan moesten worden geschoven terwijl er wel rekeningen moesten worden betaald. Daarbij gaat het om de verruiming van de bevoorschotting, mogelijk aanvulling voor bijdragen in de preproductie- dan wel de productiefase die op hogere kosten komen door de nieuwe situatie. De kosten moeten daarbij inzichtelijk worden gemaakt bijvoorbeeld door uitgaven voor hold dagen van cast en crew op te voeren of uitgaven voor het aanstellen van nieuwe crewleden en voor het zoeken van nieuwe locaties.
Maximale bijdragen
Er worden op dit moment maximale bijdragen gehanteerd: 75 duizend euro voor speelfilms, 50 duizend euro voor interactieve producties en 25 duizend euro voor bioscoopdocumentaires. Per project wordt er een afweging gemaakt en een voorlopig werkbudget verstrekt dat kan worden herzien op basis van de ontwikkelingen. De onderlinge bestedingsverplichtingen selectieve fondsbijdragen tussen het Belgische VAF en het Filmfonds worden tijdelijk losgelaten. Waar nodig wordt er ook een aanvullende bijdrage verstrekt indien door het stoppen van de bioscoopuitbreng en nieuwe distributiecampagne zou moeten worden opgestart. Per project wordt bekeken of er tussentijdse betalingen nodig zijn bij de incentive regeling. Het voorschot bij incentive kan tijdelijk worden verhoogd tot een maximum van 50%. Er is een versnelde procedure mogelijk om de revolverende gelden aan te spreken. Al deze maatregelen zijn in overleg met de sector en het ministerie genomen. Per project wordt er een afweging gemaakt en een voorlopig werkbudget vastgesteld. Beroepsverenigingen en producenten die ik heb gesproken zijn blij met de initiatieven van het Filmfonds en de adequate en vlugge hulp die op gang is gekomen. Het naar voren halen van de bevoorschotting of extra tussentijdse betalingen van incentive zullen op de korte termijn wel financiële ruimte bieden voor de liquiditeitspositie, maar ze zijn niet echt een oplossing voor de lange termijn, want het geld wordt niet nog eens verleend. Op dit moment heeft het Filmfonds rond vijftig projecten in behandeling die extra moeten worden ondersteund.
NPO
De film- en televisiesector is teleurgesteld dat de NPO geen enkele maatregel heeft opgezet als leidraad voor de omroepen die soelaas zou kunnen bieden voor de problemen met stopgezette projecten. Enerzijds werd door de bestuursvoorzitter van de NPO Shula Rijxman gezegd dat hier sprake was van ondernemersrisico en de kosten moesten worden gezien als frictiekosten en anderzijds achtte zij het een zaak die per project tussen de omroepen en de buitenproducent moesten worden besproken en opgelost.
Het NPO fonds heeft zich naderhand wat soepeler opgesteld waarbij men coulant wil zijn met betrekking tot haalbaarheid en oplevering van de projecten. Het is onduidelijk of sommige projecten die vanwege de lockdown moesten worden stopgezet nog verder kunnen worden afgemaakt omdat zij niet meer gereed kunnen zijn voor de afgesproken datum en derhalve de geplande uitzendtermijn niet meer kan worden gehaald. Andere projecten die zich in de ontwikkelingsfase bevinden krijgen geen groen licht meer of een contract omdat omroepen niet weten of zij het project gezien de nieuwe omstandigheden nog relevant/actueel vinden. Er zijn geen algemene afspraken over de meerkosten die de lockdown oplevert en producenten vrezen dat omroepen deze niet zullen vergoeden met het argument dat zij zelf moeten bezuinigen. De producenten zijn uitermate onzeker over wat zij kunnen verwachten en voelen zich het kind van de rekening en vogelvrij omdat zij naast de omroepen ook opnieuw groen licht moeten krijgen van de netmanager. De zorg werd niet alleen geuit door producenten die ik heb gesproken maar ook tijdens een bijeenkomst van de Directors Guild waar documentaire regisseurs de situatie bespraken. Ook al gaan de indieningstermijnen voor bijvoorbeeld het NPO fonds door, moeten de producenten maar afwachten hoe de omroepen zich opstellen. Wat de commerciële omroepen betreft is duidelijk dat deze moeten bezuinigen vanwege het instorten van de reclamemarkt dat een omzetdaling tussen de 25 tot 50% betekent. TALPA heeft een ontslagronde aangekondigd, terwijl RTL vooralsnog hoopt met de NOW regeling de financiële problemen tijdelijk op te vangen.
Een nieuw fonds met een bedrag van 1 miljoen euro werd half april aangekondigd door het Filmfonds en Netflix. Het geld is onderdeel van de 100 miljoen die Netflix wereldwijd beschikbaar stelt om de door Corona maatregelen betroffen projecten, zowel televisie- als filmprojecten een extra financiële steun te geven. De precieze uitwerking van het fonds zal in de komende weken zijn beslag vinden. Het Filmfonds is uitermate blij met deze extra middelen omdat op deze manier de druk op de gewone middelen geringer wordt. Om goed voorbereid te zijn op een mogelijke versoepeling van de maatregelen door de overheid is NAPA samen met NCP bezig met het opstellen van een Corona protocol voor de audiovisuele sector.
Zomer
De meeste producenten zijn op dit moment druk bezig met het afhandelen van klussen, het schrijven van rekeningen en overleg met medewerkers, fondsen en andere betrokkenen bij de projecten die zij op dit moment onder handen hebben. De meeste hebben zich erbij neergelegd dat draaien deze zomer niet meer lukt. Omdat veel fictieprojecten in bepaalde seizoenen spelen of omdat men afhankelijk is van de beschikbaarheid van acteurs – zoals kinderen in bepaalde periodes, zal voor sommige films de uitstel een jaar zijn. Zo’n lange periode betekent dat alles wat tot nu toe voor het project is gepland op losse schroeven komt te staan. Indien men werkt met coproducenten dan dient ook met hen nieuwe overeenstemming te komen over het project. Locaties die nu zijn uitgezocht kunnen bijvoorbeeld niet meer worden gebruikt zodat er nieuw research moet worden gedaan, acteurs zijn niet meer beschikbaar, of een jongere is dan net te oud voor de rol zoals René Goossens nu overkomt met een project.
Dat al deze zaken extra geld kosten is duidelijk en de producenten met een toezegging voor een bijdrage van het Filmfonds zijn blij dat het Filmfonds bereid is om samen met hen te bekijken hoe de financiële strop kan worden opgevangen. Voor de gewone continuïteit van het bedrijf hebben een aantal al aanvragen ingediend voor TOGZ en NOW, anderen zullen dat nog gaan doen. NOW heeft binnen een week al betalingen verricht.
Fondsen
Door Corona kunnen ook fondsen die reeds toegezegd zijn wegvallen. Voor het animatieproject Beyond the Purple Mountains van Nina Gantz een coproductie tussen Nederland, België en Frankrijk van Stienette Bosklopper kan de Belgische taxshelter het geld niet meer betalen, doordat dit fonds leeg is. Het bedrag van 80 duizend euro is niet zo maar te vinden en omdat precies is afgesproken hoe de activiteiten met bijbehorende uitgaven per coproductieland moeten worden verdeeld, betekent geld uit een ander land dan België een andere verdeling. Zij meent wel dat het best mogelijk moet zijn om een animatiefilm met 1,5 m afstand tussen de makers te realiseren. Mogelijk dat dit alleen meer tijd kost omdat minder mensen gelijktijdig aan het werk kunnen zijn.
Corona protocollen
Ook al zou het in Nederland mogelijk worden om vanaf september weer te gaan draaien, heb je bij coproducties ook altijd te maken met de situatie in andere landen en hoe daar het Corona protocol uitziet. Jan van der Zanden had met een kleine crew al het locatiebezoek naar de VS voor een documentaire geheel voorbereid en was al bijna onderweg toen de lockdown werd aangekondigd. Uiteindelijk is hij blij dat men nog niet op reis was, want de repatriëring was heel ingewikkeld geworden. Mensen krijgen wel betaald, maar het is maar de vraag wanneer het weer mogelijk is om naar de VS te reizen. Dat kan gezien de situatie in de VS nu zeker tot de herfst duren. Het lijkt er niet op dat de film nog dit jaar kan worden opgenomen, wat weer overleg met de financiers betekent. Een ander project van Jan van der Zanden loopt ook vertraging op en lijkt door Corona een ander accent te krijgen. Voor de documentaire De Zandvoort Formule van Wytzia Soetenhorst was al veel materiaal gedraaid. Het uitgangspunt van de film was om te laten zien welke impact zo’n race op een dorp als Zandvoort heeft, wat politici, inwoners, financiers, sportliefhebbers en de gewone burgers hiervan vinden. Op dit moment is over het project overleg met de omroepen, maar Jan van der Zanden gaat ervan uit dat de film kan worden afgemaakt ook al krijgt de film door de nieuwe situatie waardoor het race circuit dit jaar waarschijnlijk niet meer wordt gebruikt een andere lading.
Andere interactie
Problemen deden zich voor omdat er nog met een aantal personen moest worden gesproken na invoering van de Corona maatregelen. Na wikken en wegen heeft Jan van der Zanden nog een aantal interviews met een kleine crew op 1,5 meter afstand tot elkaar en de te interviewen personen in de buitenlucht laten houden. Het was te doen, maar de interactie was anders. Digna Sinke meent dat documentaires voor een deel nog zijn te draaien met behoud van 1,5 meter afstand met een kleine crew zoals bijvoorbeeld over architectuur, maar indien er een portret van iemand is bedoeld dan verdwijnt de intimiteit, spontaniteit en wisselwerking van filmmaker en hoofdpersonage. Wil je een portret van een fotograaf maken over zijn inspiratie, zijn werkwijze dan dien je hem dicht op de huid te zitten. Je krijgt nu een andere film.
Dave Schram memoreerde in dit verband dat 06 van Theo van Gogh de enige van zijn 45 films is die bijna zonder fysiek contact tussen de twee acteurs werd gerealiseerd. Maar dit was wel een heel speciale film. Zo’n situatie ervaren wij niet als normaal. Juist de interactie tussen acteurs op de set maakt een film bijzonder. Met Corona maatregelen is dat niet te doen. Dave Schram die altijd per jaar een tot twee projecten realiseert zal zo vreest hij dit jaar geen film of televisieserie realiseren. Omdat hij, net als de meeste producenten projecten in verschillende stadia van ontwikkeling heeft, zal hij daarmee doorgaan. Voor de eerste fase van het productieproces vraagt hij toch meestal geen subsidie aan omdat hij zo sneller een eerste resultaat aan de beoogde financiers kan laten zien.
Montage
Montage is wel te doen met de Corona maatregelen ook al meent Cecile van Eijk dat het langer duurt en er wel steeds weer contact op afstand tussen editor en regisseur nodig is wat veel meer tijd kost. De uitbreng van Little Man Time and the Troubadour van Ineke Smits die op het documentaire festival in Leipzig in première is gegaan kon vanwege Corona niet in de Nederlandse filmtheaters worden uitgebracht. Nu hoopt Jan van der Zande op een uitbreng in de herfst. René Goossens vraagt zich af hoe zijn twee nieuwe films 10 Songs of Charity van Karin Junger en Prince of Muck van Cindy Jansen zonder extra publiciteit via festivals (de vraag is welk festival na Berlijn dit jaar nog doorgaat) zullen worden gelanceerd. De betekenis en waarde van festivals zal zeker extra aandacht krijgen volgens Stienette Bosklopper waarbij distributeurs als eerste aan zet zullen zijn. Een belangrijk punt van zorg is ook het afsluiten van de uitvalverzekering. Het is bijna zeker dat Corona hiervan wordt uitgesloten. Dit betekent dat een mogelijk stilleggen van een productie vanwege Corona op de set (isolatie van 14 dagen) het risico van de producent wordt. Dit kan voor grotere projecten een halszaak worden, zeker zolang er geen vaccin is.
Langere termijn
De meeste producenten zijn vooral bang dat er op de langere termijn gaten vallen in hun activiteiten. Op dit moment zijn ze nog bezig, doen aanvragen voor uitwerking of realisering van projecten. Gelukkig gaan de normale indieningstermijnen door en hoopt men hierbij op positieve beslissingen zodat er wat geld binnenkomt en men verder kan gaan. Zij praten met regisseurs of andere crew- en castleden over een project, bespreken ideeën met nieuwe makers via internet, per telefoon of op afstand en houden contact met hun coproductiepartners. Normale brainstormsessies zijn lastig en werken via skyp anders. Misschien komt er zelfs ruimte voor nieuwe projecten door het wegvallen van programma’s bij de omroepen die door buitenproducenten kunnen worden gerealiseerd. Hoe dan ook hebben de producenten het idee dat zij op de huidige manier slechts een paar maanden door kunnen gaan en denken dat bij een langere periode faillissementen dreigen.
Met dank aan DDG Ingrid van Tol, Filmfonds Ineke Frijters, NAPA Anna Pedroli, NBF Anton Scholten en Maud Jacobs, de producenten Stienette Bosklopper, Cecile van Eijk, René Goossens, Dave Schram, Digna Sinke en Jan van der Zanden.
Tekst: Dorothee Verdaasdonk